Sinds de opkomst van de personenauto vinden we het helemaal normaal dat voetgangers en fietsers genoegen moeten nemen met een smalle strook aan de kant van de weg. Maar ooit was gewoon de hele breedte van de straat het terrein van mensen. Gelukkig zien we dat overal ter wereld steden steeds meer ruimte teruggeven aan wandelaars en fietsers. Laten we eens in de geschiedenis van autoluwe steden duiken en een goed voorbeeld bekijken van een autoluwe straat… in Estland!
Het ontstaan van autoluwe gebieden
Vele millennia zag je op elk deel van de straat voetgangers. Natuurlijk waren er karren, paarden, koetsen en later ook trams, maar de straten waren er vooral voor voetgangers. Lang zou dat zo blijven, overal ter wereld.
Het concept van autoluwe gebieden ontstond pas in de 20e eeuw. Het was een reactie op de toenemende populariteit van de personenauto. De auto nam in de jaren vijftig en zestig steeds meer plaats in in de steden, waardoor stadscentra steeds onveiliger werden.
Een project dat een grote stempel heeft gedrukt op de mogelijkheden van autoluwheid, is het verkeerscirculatieplan van Groningen, een Noord-Nederlandse stad van tegenwoordig ongeveer 202.000 inwoners. Men begon in de Groningse binnenstad het zogenaamde ‘sectorenmodel’ toe te passen, wat betekent dat als men van de ene naar de andere buurt wil, men de hele wijk uit moet om in de andere buurt te komen.
Een uitzondering hierop werd voor fietsers, wandelaars en ander niet-gemotoriseerd verkeer gemaakt: dat verkeer kan zich wél rechtstreeks verplaatsen.
Ook veel andere Nederlandse steden begonnen gelijkaardige concepten uit te werken. Er werden zelfs complete steden uit de grond gestampt die volledig ingericht waren rond autoluwheid, zoals de groeistad Houten, nabij Utrecht. De Drentse stad Emmen werd in de jaren 70 volledig gebouwd als woonerf!
Inmiddels is de autoluwe stad gelukkig al lang geen puur Nederlands begrip meer: van Noord-Amerika tot in Azië krijgen mensen zonder wagen weer de ruimte op straat.
Ook in België maken we grote stappen. De autoluwe binnenstad van Leuven is recentelijk veel in het nieuws gekomen vanwege de positieve effecten op de luchtkwaliteit.
Autoluw Kuressaare, Estland: voor- en nafoto’s
Als je aan autoluwe steden denkt, zal je niet meteen aan Estland denken. Toch maken veel steden in deze Baltische staat reuzensprongen bij het terugbrengen van mensvriendelijkheid in hun straten.
Kijk bijvoorbeeld eens naar Kuressaare, een kustplaats met ongeveer 12.000 inwoners. Bewonder de voor- en nafoto’s eens. De bovenste is uit 2012, de onderste uit 2019.
2012
2019
Wat zie je op de bovenste foto? Een straat die zegt: ‘Dit is een plek voor machines op wielen.’ De onderste foto zegt daarentegen: ‘Dit is het terrein van mensen. Auto’s zijn hier te gast.’
Kuressaare heeft deze transformatie met enkele cruciale ingrepen tot stand gebracht:
- De rechterstraat is voor auto’s volledig opgeheven; voertuigen mogen alleen nog maar in het linkerdeel rijden.
- De bestrating is van klinkers gemaakt. Omdat klinkers een iets ruwer wegdek zijn, hoort de chauffeur meer geluid en voelt hij de auto meer schudden. Daardoor krijgt de chauffeur het gevoel dat hij sneller rijdt dan wat hij daadwerkelijk doet, waardoor hij langzamer zal rijden. En dat zorgt voor meer veiligheid bij andere weggebruikers.
- Het deel waar auto’s mogen rijden ligt op dezelfde hoogte als het deel waar ze niet mogen rijden. Er is geen fysieke barrière in de vorm van een stoeprand meer. Daardoor krijgt de automobilist het gevoel dat hij meer op zijn hoede moet zijn voor voetgangers en fietsers, met een lagere snelheid als gevolg,
Zie je hoe de inrichting van een straat bepaalt hoe mensvriendelijk die is? Laten we in Antwerpen deze prachtige voorbeelden als inspiratie nemen om ook onze eigen stad autoluwer te maken!